Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want ik zal den Naam des HEEREN [5]uitroepen; [6]geeft onzen God grootheid! 5. Hebreeuws, roepen; dat is openbaarlijk verkondigen. Anders, aanroepen. 6. Dat is, schrijft hem toe de majesteit en grootmogendheid, die Hij heeft, en roemt hem vanwege dezelve. Zie boven, hfdst.9 vs.26, en hfdst.11 vs.2.